Wetenschappelijk onderzoek naar de genetische aanleg voor borstprotheseziekte
Samenvatting van het wetenschappelijke whitepaper over de genetische aanleg voor het ontwikkelen van symptomen van borstimplantaat-geassocieerde ziekte (BIAI).
De vraag naar chirurgische mammoplastiek, zowel vergroting als reconstructie, heeft het hoogste niveau in decennia bereikt. Hoewel siliconen borstimplantaten (SIBI's) over het algemeen als veilig worden beschouwd, ondervinden steeds meer mensen complicaties die te wijten zijn aan blootstelling aan immunoadjuvante biomaterialen. Deze complicaties vallen onder de noemer van adjuvant-geïnduceerd auto-immuun/inflammatoir syndroom (AIAS), ook bekend als het syndroom van Shoenfeld. De ernstigste klinische manifestaties zijn myalgie en/of myositis, artralgie en/of artritis, chronische vermoeidheid, neurologische veranderingen, cognitieve stoornissen en spraakproblemen.
Onlangs is een nieuwe klinische entiteit, borstimplantaat-geassocieerde ziekte (BIAI), voorgesteld om deze reeks BIS-gerelateerde symptomen te beschrijven. Er is gesuggereerd dat het optreden van ASIA/BIAI-symptomen bij borstimplantaatdragers mogelijk wordt beïnvloed door een genetische aanleg.
In eerder onderzoek hebben we aangetoond dat de aanwezigheid van de haplotypen HLA-B08 en HLA-DRB103 mensen die een behandeling met fillers ondergaan, vatbaarder maakt voor ernstige, laat optredende bijwerkingen. In deze whitepaper presenteren we de resultaten van onze recente studie, waarin we aantonen dat deze genetische aanleg ook het risico op ernstige klinische manifestaties van ASIA/BIAI verhoogt bij mensen met borstimplantaten.
Trefwoorden: HLA; bijwerking; borstimplantaten; borstimplantaatziekte; ASIA; BIAI